opzwemmen
als ik mijn telefoon op stil heb gezet
de rampen en misdaden met hun gratis reclame
tussen duim en wijsvinger met de krant heb weggelegd
als ik de auto’s voorbij ben
die hoge ruggen opzetten met hun bedrijfs-tatata
de terrassen gepasseerd met de radiozeur
in sing-song tussen de tafelpoten
de merken voorbij die meebobbelen op borsten
en boodschappentassen
de toeristendroesem heb omzeild, het ellebogenwerk
van de boventonen, het geblad-blaas, geboor
dan kan ik misschien een gat zwemmen zoals de meerkoet dat achterlaat in kroos
om in te passen
uit: Vluchtstofgoud, Palmslag 2022
vadergum
van de fiets af stapt mijn vader rechtstreeks
naar zijn leunstoel en omgrenst zich met de krant
prachtig hoe hij trappend in regelmatige beweging
het salaris van een ambtenaar rolt naar onze straat
potloden wonen in het donker van zijn broekzak
vullen de hokjes van begroting en kruiswoordraadsel
prachtig dat na veel gummen de uitkomst in kolommen
vast staat tussen de lijnen die zijn blik niet verlaat
voor mijn blijdschap over de babydoll, mijn nieuwe
ver achter de komma haast verwaarloosbaar
uit: 'Een vader als geen ander kind ooit had' de mooiste gedichten over vaders, uitg.Rainbow, 2021
boomervaring
hier in de boom hunkeren takken naar hoogte
terwijl de stam hen aan de wortels bindt
hier in de boom bewonen de vogels
gratis netwerken, het groen buigt met de zon mee
er is zoveel vers gezelschap in de lente
hier in de boom staan de lippen van het blad
nooit stil, ze fluisteren als dorpelingen
wat ze meemaken: dat rijden, je verplaatsen
om steeds een ander voor je te vinden, nee
blijven staan, je data vatten in jaarringen
oktober 2020; Klimaatdichters, gedicht van de maand https://www.klimaatdichters.org/gedicht-van-de-maand
Vleugelvlug
Het is een tocht geweest van enkele duizenden kilometers
waarna de vleugelvlugge zwaluwen hier aankomen
je hebt koplopers, die ons eraan herinneren dat we ze
misten en de roep ontlokken: hé daar zijn ze weer
en laatkomers, die de reis is tegengevallen met veel wind
en medetrekkers uit hun zonland naar het noordelijk halfrond
direct plakken ze hier de modder met hun spuug
onder dakbalken zoals zwervers karton spreiden onder bruggen
naar een land vliegen dat bevalt, je kroost daar grootbrengen
is behalve een flitsend feestje voor de oranjegebekte jongen
ook voor ons een troost; wij zijn teruggevonden
het rappen op de dakrand pimpt de zomer op
voor: Juni-Gedicht 2017/ School der Poëzie
OP ASFALTGRIND
je weet nooit waar, met wat
of wanneer je een verlies te boven komt
niet op vakantie in een Franse stad
aan een plein in het historische hart
niet op een hoogtijdag bij het eten
in een veelbelovend restaurant
je weet nooit waar of wanneer
er winst wordt losgewoeld
als bij het grondverzet een vondst
in een file, in een steeg achter
de koffie met een schuimcapuchon
of met je kar vol boodschappen
op de parkeerplaats van Auchan
ineens de maan die rimpelt
in een regenplas
Poëziekalender 2015, uitg. Van Oorschot
UITZICHT
wat er ook is te zien
het wordt omkaderd door het raam
in zijn oogopslag verschijnen
en verdwijnen de meeuwen
over de vensterbank heen verlang je
naar zeelucht en je gaat
op vakantie waar je gelijkvloers
leeft met het gras
terug in de stad sluimeren
de uitzichten nog op je netvlies
in de stad waar ramen
staren naar andere ramen
en alles waar je zicht op hebt
jou bewoont
uit: Niet het moment maar het nagonzen, Palmslag, 2014
© van alle teksten rust bij de auteur